Oproepkrachten, hoe zit het nou eigenlijk?
Na de “Siberische kou” van vorige week ziet het ernaar uit dat de lente in aantocht is. Hopelijk wordt het lekker zonnig, zodat we massaal op het terras kunnen gaan zitten. En om al die mensen op het terras te kunnen bedienen zullen er weer de nodige (oproep)krachten aangenomen worden.
Maar hoe zit het dan eigenlijk met (al) die oproepkrachten en hun arbeidsovereenkomsten?
Wist je bijvoorbeeld dat wanneer een oproepkracht een voorovereenkomst heeft daar grote voor- maar zeker ook nadelen aan kleven? Het grote voordeel, in beginsel geen arbeidsovereenkomst maar steeds een tijdelijke arbeidsovereenkomst voor de duur van de oproep, is tevens het grote risico van deze overeenkomst. “Ingeval tussen partijen een voorovereenkomst is overeengekomen, ontstaat – zoals laatstelijk werd overwogen door de CRvB op 7 juli 2004 – telkens wanneer de werknemer gehoor geeft aan een oproep een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en zal bij de vierde oproep in beginsel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zijn ontstaan met een omvang arbeidsduur gelijk aan het gemiddelde van de in de drie voorafgaande maanden gewerkte uren.[1]
Het grote risico is dus dat er na vier oproepen een arbeidsovereenkomst is ontstaan voor onbepaalde tijd. Als er dan in de drie voorafgaande maanden ook nog eens een flink aantal uren is gewerkt, dan is er dus een arbeidsovereenkomst ontstaan voor dat gemiddeld aantal uren. En dan heeft jouw oproepkracht, of dan heb jij als oproepkracht, ineens een vast contract. Was dat wel de bedoeling?
Hopelijk kunnen we allemaal van een heerlijke lente en zomer genieten. Maar om problemen te voorkomen met de arbeidsovereenkomsten bij (oproep)krachten helpen wij je graag. Dus ben je een (horeca)ondernemer of een student die tijdelijk aan de gang wil, wij kunnen je helpen met goed advies zodat iedereen zonder zorgen de lente en zomer door kan komen!
Heb je vragen bel dan even (013-8100018) of stuur een mailtje (info@baltesadvocatuur.nl), wij staan je graag te woord.
[1] J.P.H. Zwemmer, ‘Rechtsvermoeden omvang arbeidsduur, een updating’, ArbeidsRecht 2005/50.